We kennen bij verandering twee soorten motivatie: intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie komt van binnenuit, bijvoorbeeld: "Ik wil mijn kleinkinderen later groot zien worden, dus wil ik graag gewicht verliezen door gezonder te eten en meer te bewegen." Extrinsieke motivatie komt van je sociale omgeving of de buitenwereld, bijvoorbeeld: "De huisarts heeft gezegd dat minder stress beter is voor mijn bloeddruk, waardoor ik minder kans heb op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten.
Het is belangrijk om te ontdekken of je motivatie voor het veranderen van je leefstijl intrinsiek of juist extrinsiek is. Uit wetenschappelijk onderzoek is namelijk gebleken dat verandering die gedreven wordt door intrinsieke motivatie makkelijker is dan verandering door extrinsieke motivatie. Maar hoe kom je hier nou eigenlijk achter? Dat kun je met een simpele vraag beantwoorden: Wat is mijn drijfveer om te veranderen? Schrijf dit antwoord op.
Kijk nu eens naar je antwoord. Als het vooral in de ik-vorm staat geschreven, zoals "ik wil," of "als ik," dan is dit meestal een intrinsiek gemotiveerd antwoord. Als er staat "de huisarts vindt dat ik moet veranderen" of "mijn man vindt dat," dan is je motivatie meestal extrinsiek gemotiveerd antwoord.
Stel dat jouw motivatie extrinsiek is, dan is dat niet erg. Het kan namelijk zijn dat je motivatie aanvankelijk van buitenaf komt, maar naarmate je aan de slag gaat, wordt deze vanzelf intrinsiek gemotiveerd.
Nu je erachter bent of je motivatie intrinsiek of juist extrinsiek gericht is kun je beginnen met het opstellen van je veranderdoelen.
Heb jij nog tips? Laat deze achter in de reacties.
Reactie plaatsen
Reacties